Op 3 april verlieten we de Jachthaven Biesbosch in Drimmelen voor een tweedaagse tocht naar Jachthaven Wemeldinge, waar Artemis haar ligplaats zal hebben. Om stipt 9u gingen de trossen los en voeren we de Amer op richting Hollands Diep. We werden vergezeld door Steven, onze begeleider die dit gebied goed kent. De zon was van de partij, maar ook een strakke noordenwind die venijnig in de huid sneed. Even voor de Moerdijkbrug wendden we de steven weer landinwaarts op de Nieuwe Merwede. De reden is dat de Moerdijkbrug niet hoog genoeg is om Artemis er onder door te laten varen. Haar mast (inclusief VHF antenne) steekt ongeveer 17,70m hoog en de doorvaarthoogte van de spoorbrug is slechts iets meer dan 10 meter. Het vaarplan ging dus verder met een serieuze omweg rond Dordrecht heen.
Omstreeks de middag voeren we bij Werkendam de Beneden Merwede op en meldden we ons bij de Verkeerspost Dordrecht om doorgang te vragen op in totaal vier bruggen die moesten worden geopend. Om 13:34 ging de Baanhoek spoorbrug voor ons open en na enkele wachtrondjes gingen om 14:35 ook de barelen van de N3 (Merwedebrug Papendrecht) dicht, zodat we ook daar groen licht kregen. Bij die brug kregen we in volle vaart ook een zeeschip achter ons aan dat vaart diende te maken om controle te houden in de smalle doorgang. Met 7 knopen schoten we flink door naar de volgende brug, want we hadden slechts 22 minuten om de Spoorbrug Dordrecht te bereiken. Gelijktijdig ging ook de Stadsbrug Zwijndrecht open. Een mijl later ruilden we de Oude Maas voor de drukke Dordtsche Kil met flink wat tegenstroom. Omstreeks 16u kwamen we op het Hollands Diep en zagen we de Moerdijkbrug van de andere kant: wat een tocht om slechts een mijl verder op het zelfde water uit te komen! Ondertussen was het al weer overtrokken wat het koude gevoel alleen maar groter maakte. Na nog anderhalf uur varen kwamen we aan in de Stadshaven van Willemstad. Ondanks dat het vroeg in het seizoen was, dienden we toch al dubbel te gaan liggen in deze populaire haven. Een fris biertje bij het klaarmaken van de fusilli carbonara mocht niet ontbreken, waarna we allen te kooi gingen.
Op Paaszondag 4 april gingen de trossen los om 10u. Een flinke mijl verder wachtten de Voleraksluizen. We pastten net onder de vaste brug (19m), zodat we de jachtensluis konden gebruiken. Toch gingen er eerst twee beroepsvaartschepen in de smalle sluis en daarna konden we met twee andere jachten de andere kant van de sluis gebruiken. Het was even een spannend moment toen de sleepboot net zijn boegschroef gebruikte toen wij er naast voeren, waardoor we richting de sluiswand gedreven werden. Gelukkig hadden we onze fenders op de jusite plaats! Hierna voeren we op de Volkerak, waar we na wat opwarming van een kom soep, voor het eerst de zeilen hesen. De wind was ondertussen naar het Westen gedraaid en we zeilden heel scherp aan de wind met de motor bij. Voor de Krammersluizen gingen de zeilen weer neer. Dit keer geen beroepsvaart in de jachtensluis, zodat alles perfect ging. Toen de sluisdeuren opengingen, voer Artemis voor het eerst op haar “thuiswater”: de Oosterschelde. Beide zeilen werden bijgezet en uiteindelijk kon de motor af. We voeren zo voorbioj de zeehonden bank waar een honderdtal zeehonden ons welkom heetten in hun territorium. Omstreeks halfvijf streken we de zeilen, vooraleer we de jachthaven van Wemeldingen binnen voeren. Even moesten we nog wachten op het openen van de voetgangersbrug om de Binnenhaven te kunnen binnen varen. Het aanleggen aan onze vaste ligplaats verliep vlekkeloos en zo zat de eerste tocht van 70 zeemijl met Artemis er op. Foto’s van de twee dagen kan je vinden op de “Impressies” pagina.
Hans